De verlaging van het tarief in de tweede tariefschijf (> € 200.000) van de Vennootschapsbelasting per 2020 gaat niet door: het tarief voor deze schijf blijft dus 25% in 2020. Vanaf 2021 wordt het tarief met 1,2%-punt verlaagd naar 21,7%. Het tarief in de eerste schijf wordt in 2020 wel verlaagd naar 16,5% en in 2021 naar 15%.
Eigenlijk is dit een sigaar uit eigen doos: het Vpb-tarief gaat omlaag, maar het MKB betaalt die verlaging vooral zelf door grondslagverbreding, afschrijvingsbeperking, verliesverrekeningsbeperking, renteaftrek (voor grotere bedrijven). Daarbovenop komt de verhoging van box 2 met 1,9% (i.p.v. de eerder aangekondigde 3,5%) over zowel nieuwe als bestaande winstreserves.
Het is vreemd dat het AB-tarief nog steeds stijgt gezien die dekking voor de verlaging van de vennootschapsbelasting niet meer nodig is, en dat het kabinet op de afspraak van de verlaging is teruggekomen. Daarmee wordt de zekerheid van andere afspraken ook onzeker.
Tips voor de praktijk:
– Bekijk of u in de vennootschapsbelasting meer gebruik kunt maken van het lage tarief. De kosten voor het aanmaken van een extra BV kunnen wellicht opwegen tegen het tariefverschil tussen het hoge en lage tarief in de Vpb. Denk hierbij ook na over het verbreken van de fiscale eenheid.
– Bekijk of u winst kunt uitstellen naar komende jaren zodat u dan wellicht alsnog een lager tarief in de Vpb betaalt.